Zeer zeldzame soort uit de moerasbossen van Papoea in Indonesië. De bijzonder gevormde bladeren kunnen daar wel 2,5 meter groot worden en hebben dan een geribbeld oppervlak. De soort is pas in 2020 beschreven, nadat er een populatie was aangetroffen in de buurt van de stad Timika in het zuidwesten van Papoea. Slechts enkele meters boven zeeniveau, zodat het regenwoud regelmatig onder water staat door regenval. Er is weinig over de soort bekend, maar deze lijkt dus in ieder geval goed tegen natte omstandigheden te kunnen. Daarnaast produceert de plant in de tropen met enige regelmaat een bloeiwijze op een lange bloemsteel. Het schutblad van die bloeiwijze is bruinpaars gekleurd en kan door de lange steel wel een hoogte van 2 meter bereiken.
Het is een zeer tropische soort, waardoor het belangrijk is om een hoge luchtvochtigheid (minimaal 70%) en temperatuur (25-30grC) te bieden. De plant ontwikkelt een wortelstok, waaruit nieuwe scheuten kunnen groeien. Zorg daarnaast voor een luchtige grond met organisch materiaal, geef de plant veel water en een lichte standplaats zonder direct zonlicht.
De zaden zijn afkomstig van gecultiveerde planten.
Zaaibeschrijving: Het al gekiemde zaad kan verder ontwikkelen in Spaghnum-mos. Na de vorming van de eerste blaadjes kan deze worden verpot in een luchtig grondmengsel met bijv. Spaghnum, turf, kokosvezel en/of ander organisch materiaal.