Deze aronskelksoort komt voor in de regenwouden van Zuidoost-Azië. Het is een klimplant die daar vooral tegen bomen groeit, maar ook op stenen kan worden aangetroffen. De sierlijke bladeren hebben een gevleugelde bladsteel en groeien vrij plat tegen het oppervlak. Er is veel variatie binnen de soort qua bladvorm, waardoor men eerder dacht dat er allerlei verschillende soorten binnen het Pothos-geslacht voorkwamen. Inmiddels is het duidelijk dat het om dezelfde soort gaat met veel variatie. De bloeiwijze heeft een groen schutblad en een ronde, gelige spadix. Daarmee is de plant herkenbaar als een aronskelk, ondanks de afwijkende manier van groeien. De bloeiwijze wordt gevolgd door oranjerode bessen met daarin 1 zaad.
In het regenwoud kan de plant enkele meters hoog worden, maar als kamerplant blijft deze kleiner. Het is belangrijk dat de plant kan klimmen tegen een oppervlak, zoals een muur, pilaar of stuk hout. Zorg daarnaast voor een goed doorlatende grond en een standplaats zonder direct zonlicht.
Zaaibeschrijving: De kort houdbare zaden kunnen direct worden gezaaid in zaai- en stekgrond. Grond constant licht vochtig houden en bij 25-30grC laten kiemen.