Dit is een wilde koffiesoort die van nature voorkomt in Bangladesh, Bhutan, Nepal en het noordoosten van India. Daar groeit de soort vooral in vochtige tropische bossen op een hoogte van 300-900 meter. De struik kan daar tot ongeveer 3 meter hoogte groeien en valt op door de relatief grote, witte bloemen (3 cm). Die ruiken zoet en worden na bestuiving gevolgd door zwarte koffiebessen met daarin 2 zaden. Van deze zaden kan koffie worden gemaakt, maar het is niet bekend dat dit grootschalig wordt gedaan. De opbrengst is lager dan die van Arabica en er zit minder cafeïne in deze soort. Er zijn zelfs struiken die helemaal geen cafeïne hebben en dat zou interessant zijn voor cafeïnevrije koffie.
Bengaalse koffie kan worden gehouden als kamerplant, waarbij een lichte standplaats zonder direct zonlicht nodig is. Geef de plant water, zodra de grond droog is geworden.
Zaaibeschrijving: Zaden eerst 24 uur laten weken in water en vervolgens zaaien in zaai- en stekgrond bij 25-30grC. Grond daarbij constant licht vochtig houden. Kieming meestal na enkele weken, maar kan volgen zolang de zaden hard zijn.