De vruchten hebben een fluweelzachte beharing en een geelachtige, zoete pulp die qua smaak lijkt op tamarinde. In Azië worden ze vaak als snack aangeboden op straat, waarbij ze zijn gerold in een blad en op smaak zijn gebracht met suiker en chilipeper. Ze hebben de grootte van een druif en bevatten 1-2 zaden. Het is een tot 35 meter hoge tropische boom uit delen van Zuidoost-Azië en dan grofweg tussen Myanmar en Vietnam. Daar wordt de soort bedreigd door houtkap, omdat het hout van deze boom zeer duurzaam is. Het heeft een roodachtige kleur en is zeer hard en zwaar, waardoor het zagen van het hout zelfs lastig is. In de handel wordt het aangeboden onder de naam Keranji.
Door de tropische achtergrond kan deze soort gehouden worden als kamerplant en eventueel kan deze in de zomermaanden ook naar buiten. Zorg voor een zonnige standplaats en geef de plant regelmatig water. Een drogere periode is geen probleem en komt in de natuur ook voor.
Zaaibeschrijving: Zaden op 1 plek aanschuren met schuurpapier, totdat er een kleurverschil zichtbaar is. Daarna 24 uur laten weken in water en zaaien in zaai- en stekgrond bij 25-30grC. Grond constant licht vochtig houden, waarbij kieming meestal binnen een paar weken optreedt.